Een zekere man, die meerder zag En hoorde zo het scheen, Dan menigeen, ging eens, op zekere sabbathdag, Des morgens kerkwaarts heen. op dóude weg een wandeling, Die naar het Godshuis lei, Ontmoette hij De duivel, die ook kerkwaarts ging, Zoals hij zelf al zei. Door die ontmoeting zeer verrast, sprak hij de satan aan: "Gij kerkwaarts gaan? Mij dunkt,dat is toch niet gepast! Hoe moet ik dat verstaan?" ''Mag ik niet komen in de kerk," Zo vraagt de satan weer, ''Waar ze immermeer bestrijden mijn persoon en werk, Zo door gebed als leer? Indien ik zelf daar niet verschijn, waar men ten allen tijd mijn rijk bestrijd, Wie zal mijn advocaat dan zijn, Die voor mijn zaken pleit?" ''Zeg mij,"zo vroeg de man toen,"hoe bepleit ge uw zaak en recht?" De Boze zegt: ''"k Heb duizend middelen daartoe, u liefst niet blootgelegd. Al mijn geheimen wil ik nu niet mededelen;maar 'k zie geen gevaar...